Focaccia

Bereidingswijze

1. Meng de bloem en griesmeel samen met de zout in een grote kom.
2. Schenk 300 ml lauwwarm water in een (maat)beker en voeg de gist met suiker hieraan toe. Roer er een papje van, zo activeer je de gist. Zodra het begint te schuimen kun je het langzaam toevoegen aan derest.
3. Maak een kuiltje in het midden en giet het langzaam erin, meng tot een geheel.
4. Bestuif een schoon werkvlak met bloem en kneed het deeg ongeveer 5 minuten. Tot het zacht, soepel en niet meer plakt aan je vingers.
5. Vet de mengkom in met wat olijfolie en leg het deeg erin. Leg er een schone theedoek overheen en laat het voor 30 minuten rijzen.
6. Maak ondertussen de topping klaar, ik gebruikte hiervoor tomaat en pesto met knoflook, ui, zwarte olijven en kaas.
7. Na 30 minuten kan je de oven voorverwarmen op 220 graden. En kun je de deeg in vorm brengen. Leg het deeg op een bakplaat (ingevet met olijfolie of gebruik bakpapier) en spreid het uit om het passend te maken, dit kan gerust met je handen. Het hoeft echt geen perfecte vorm te krijgen. Zodra je de juiste vorm heb kan je kuiltjes in het deeg maken, door met je vingers erin te duwen.
8. Bestrooi de topping naar keuze en druppel tot slot nog wat olijfolie eroverheen. Laat het voor ongeveer 10 á 15 minuten nog eens rijzen, ik heb deze stap zelf overgeslagen.
9. Bak vervolgens de focaccia voor 20 minuten of tot de bovenkant goudbruin is. Je kan de kaas de laatste minuten eraan toevoegen, dat vind ik persoonlijker lekkerder.